Verenigde Staten

13 September t/m 19 Oktober 2002

Op deze en vorige/volgende pagina's vindt je een verslag van onze vijfweekse reis die we hebben gemaakt naar Dallas en San Francisco en vervolgens met een camper langs een aantal parken in het zuidwesten van de Verenigde Staten om te eindigen in Las Vegas. Omdat het verslag te lang is voor één pagina is het over meerdere pagina's verdeeld. Op deze pagina vindt je het tweede deel.

Sequoia National Park

General Sherman Sequoia
De gigantische General Sherman sequoia, de grootste boom ter wereld. Ciska poseert voor de boom.

Sequoia weetjes

Sequoia's groeien in deze wereld alleen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada in Californië en dan in het algemeen op een hoogte tussen de 1500 en 2100 meter. Ze zijn bestand tegen insecten en vuur. Bosbranden zijn zelfs essentieel voor de voortplanting van de bomen. Door de hitte van de vlammen drogen de vruchten (soort denneappels) en laten ze hun zaden vallen. Door het vuur is dan tevens al het dorre hout onder de boom verbrand wat een vruchtbare bodem biedt voor de jonge zaden om te ontkiemen.

Hoogte: max 100 meter
Leeftijd: max 3200 jaar
Gewicht: max 1200 ton
Bastdikte: max 80 cm
Takdikte: max 2,5 meter
Omvang aan de grond: max 12 meter

De volgende dag zijn we vanaf de ongezellige camping in Chowchilla richting Sequoia NP gereden. Via Fresno en Visalia zijn we naar de zuidelijke ingang van het Sequoia NP gegaan. We wilden dan via de zgn. Generals Highway door het park naar Kings Canyon NP rijden. Echter bleek dat het werd afgeraden om deze toegang tot het park te gebruiken met een voertuig langer dan 22 voet omdat het een nogal bochtige weg is met erg scherpe bochten. En omdat onze camper 25 voet lang is besloten we om dan maar terug te rijden. Via Hwy 245, die overigens ook behoorlijk bochtig is zijn we naar de noordelijke ingang van het park gereden. Hilleke had deze dag gereden en ze had er genoeg van na al dat bochtenwerk. Op de Stoney Creek camping hebben we overnacht. Op deze camping zijn verder geen hookups (aansluiting voor water, electriciteit, riool) dus toen we 's avonds de magnetron nodig hadden wilden we de generator starten. Maar toen Arjan de startknop hiervoor indrukte werd het volledig donker in de camper. Waarschijnlijk ergens een zekering er uit geklapt. Gelukkig hadden we net daarvoor de zaklantaren gebruikt en wisten we waar die op tafel moest liggen. De lamp in de cabine van de auto deed het gelukkig wel, die werkt op de accu van de auto, het woongedeelte (coach) heeft een eigen accu en die deed het nu dus niet. In het handboek van de camper opgezocht wat nu te doen. Ergens moest een 40 ampère (automatische) zekering zitten, er waren een aantal opties, maar op geen van de plaatsen konden we die vinden. Onder het bed, onder de bank of onder de motorkap van de auto zelf, nergens te vinden. Ciska zat onder tussen behoorlijk te huilen omdat ze het te donker vond en het licht aan wilde. Gelukkig was het een automatische zekering die zich na zo'n 10 minuten weer herstelde en toen hadden we weer licht.
De volgende dag zijn we eerst naar de General Sherman boom gereden, de grootste boom ter wereld. Het is niet de hoogste boom, nog de dikste, maar qua volume wel de grootste boom op deze wereld. Zijn leeftijd wordt geschat op ergens tussen de 2200 en 2700 jaar! Vervolgens hebben we nog een trail van zo'n 3 km gelopen door het Giant Forest. Hier kom je nog langs meer van dergelijke gigantische bomen. De meeste zijn in meer of mindere mate door brand aangetast, maar bosbranden zijn juist essentieel voor de voortplanting van deze enorme bomen. Toen we al bijna aan het einde van de trail waren zag Hilleke opeens een zwarte beer lopen in het bos, op een meter of 30 bij ons vandaan. Direct onze camera's gepakt om deze rustig voortkuierende beer voor het nageslacht vast te leggen, alhoewel ons nageslacht hem zelf ook wel zag. We zijn rustig blijven staan want zo vaak zie je tenslotte geen echte beer in het wild. Ciska wilde er direct heen lopen om hem te gaan aaien, maar daar hebben we maar een stokje voor gestoken. En vervolgens wilde ze daarna snel wegrennen, maar ook dat moet je dus juist niet doen, want dan denkt zo'n beer dat je een wegvluchtende prooi bent en komt hij mogelijk achter je aan.

Beer in het Sequoia NP

Na deze close encounter hebben we het Giant Forest Museum bekeken, hier kun je heel wat informatie over sequoia's opdoen, het is zeker een bezoekje waard. Vervolgens zijn we via de Generals Highway terug gereden en via de erg bochtige Scenic Byway 180 naar het Kings Canyon NP gereden. Tijdens de rit over deze bochtige weg zei Ciska opeens dat ze moest overgeven. We zijn gestopt en hebben haar een reispilletje gegeven. Hilleke is naast haar zitten met een handdoek in de aanslag en vervolgens zijn we verder gereden. Even verder moest ze inderdaad overgeven, alles gelukkig in de handdoek. Op de Sentinel camping in het Kings Canyon NP hebben we overnacht.
De volgende dag zijn we eerst naar het einde van de Kings Canyon Scenic Byway gereden om aan het eindpunt te ontbijten. Vervolgens zijn we terug gereden en naar Fresno gegaan om daar inkopen te doen bij een supermarkt. De rest van de dag hebben we gereden richting Yosemite National Park. In de plaats Oakhurst zijn we naar een RV-park gegaan om daar de komende nacht te overnachten. Op deze camping hebben we hook-ups en is er een dumpstation zodat we de afvalwatertanks kunnen legen. De campings in de parken zijn op zich wel veel leuker (en goedkoper) dan een RV-park, maar ze bieden dan ook minder voorzieningen voor de veeleisende RV-er. (RV = Recreational Vehicle).

Yosemite National Park

Shay 10 lokomotief van de Yosemite Mountain Sugar Pine Railroad

De volgende morgen, het is inmiddels al vrijdag 27 september, zijn we opgestaan en na het ontbijt naar het plaatsje Fish Camp gereden, maar een klein stukje vanaf Oakhurst. Bij Fish Camp is een oude stoomtrein van de Yosemite Mountain Sugar Pine Railroad. Deze treinen deden vroeger dienst om de bomen die waren gekapt in het bos te vervoeren naar de zagerij. Het was geen trein op kolen maar op olie en de locomotief was geen stoomlok zoals we die gewend zijn, maar 1 van het zgn. Shay type. We reden zo'n 20 minuten waarna de trein stopte om water te tanken en we even konden rondlopen, daarna reden we hetzelfde stukje weer terug. Na nog wat in het museum te hebben rondgelopen zijn we verder gereden richting Yosemite NP. In het Yosemite NP bij een viewpoint gestopt en wat rondgekeken en vervolgens doorgereden naar Yosemite Village. Kapel in Yosemite NP Daar bleek dat alle campgrounds in de Yosemite vallei al vol zaten, er was alleen nog 1 campground aan de snelweg, maar dan moesten we eerst een heel eind het park in. We hebben toen besloten om terug te rijden tot net voor het begin van het park naar El Portal, daar was ook nog een RV park. Dan gaan we morgen wel terug om de rest van de vallei te bekijken.De opgedroogde Yosemite Falls Op het RV park was nog ruimte genoeg, ook nu weer een plaats met elektriciteit en water. De volgende morgen zijn we naar de Yosemite Falls gereden. Maar eerst zijn we bij het kleine kapelletje gaan kijken, daar was net een trouwerij geweest. Vervolgens door naar de Lower Yosemite Fall. Helaas was er van een echte waterval geen sprake, alleen een miezerig straaltje. Dat was zelfs niet te zien, maar de rotswand was nat dus er moest water zijn.
We zijn weer snel vertrokken voor de rest van onze reis. Terwijl we op Hwy 120 reden begon de lucht te betrekken. Toen we in de bergen op een hoogte van zo'n 7 a 8000 voet reden begon het te regenen. De regen ging al snel over in een hagelbui, en niet zo'n kleintje ook. Binnen een mum van tijd was de weg helemaal wit. Hilleke reed vandaag en ze wilde bij de eerstvolgende parkeerplaats stoppen om op het einde van de bui te wachten. Het is namelijk niet zo plezierig rijden met aan de ene kant van de weg een steile bergwand en aan de andere kant een afgrond terwijl de weg spiegelglad wordt. Maar voordat we bij een parkeerplaats waren was de hagel al overgegaan in natte sneeuw en even later in gewone regen. Dat was de eerste regen deze vakantie. Nu ontdekten we tevens het volgende probleem van de camper, naast de niet functionerende generator hadden we ook een lekkend cabine dak. Arjan op de passagiers stoel voelde de regen en zelfs hagelstenen. Ciska op een grote steen bij Olmsted Point De eerstvolgende stop was bij Olmsted Point, het was inmiddels weer droog. Hiervandaan heb je een mooi uitzicht over de Tenaya Canyon en de Cathedral Range met als hoogste punt Mount Lyell (3979 m). Vervolgens doorgereden naar Tuolumne Meadows. Daar hebben we getankt, niet veel want de benzine is schandalig duur hier in het park; $2,= per gallon! Ook hebben we er geluncht. Na de lunch naar de uitgang van het Yosemite NP gereden op de Tioga Pass op 3031 m. Vanaf de pas liep de weg continu naar beneden en we zijn aan het einde van de Tioga Road zijn we op Hwy 395 naar het noorden gereden. De eerste stop was bij het visitors center van Mono Lake. Het meer hebben we wel gezien vanuit het visitors center, maar de regen viel met bakken uit de lucht dus de beroemde tufa's in het meer hebben we niet gezien. Misschien dat we er morgen op de terug weg tijd voor hebben. Vanaf het visitors center zijn we naar de camping gereden waar we wilden overnachten. Bij het plaatsje Bridgeport hadden we een RV-camp aan het Lake Bridgeport uitgezocht. Onderweg daarnaar toe begon het weer al op te knappen, in het oosten zagen we alweer blauwe lucht. Aangekomen op de camping was het daar inderdaad droog. Wel koud, maar we zitten dan ook op een hoogte van ergens tussen de 7 en 8000 voet, ruim 2 km boven zeeniveau. We hebben hier voor het eerst de verwarming van de camper aangehad. Vanaf de camping zagen we in het oosten blauwe lucht en in het westen zagen we de donkere wolken boven de Sierra Nevada hangen.

Bodie en Mono Lake

Bouwval in Bodie

De volgende ochtend, na het ontijt, zijn we richting Bodie gereden. Via Hwy 270, de laatste 3 mijl is het een onverharde weg. Ondanks de regen van de afgelopen dag was dit stuk weg gelukkig niet modderig. Benzinepomp met oude truck Maar het was wel erg hobbelig, de borden, het bestek etc. in de camper rammelden verschrikkelijk en de camper leek wel uit elkaar te vallen. Maar we hebben het heelhuids gehaald. Bodie is een verlaten mijnstadje ten noordoosten van Yosemite. Deze plaats is genoemd naar William S. Bodey die in 1859 op die plaats goud heeft gevonden. Na 20 jaar had Bodie al zo'n 10000 inwoners. Toen al het goud was gedolven vertrokken de meeste inwoners weer en zo'n 50 jaar geleden vertrok de laatste.Een van de kerken in Bodie Momenteel is Bodie een beschermde site, je mag er niets mee vandaan meenemen en je moet er zelf toegang voor betalen, het respectabele bedrag van $1,= voor iedereen van 17 jaar en ouder. Dus voor de zoveelste keer was Ciska weer eens gratis.Schoolgebouw van Bodie In Bodie vindt je nog veel van de huizen in de staat zoals ze door hun bewoners zijn achtergelaten toen ze vertrokken. In sommige huizen staan zelfs nog de borden op tafel! Sommige gebouwen zijn reeds ingestort en dat wordt dan ook zo gelaten, een aantal wordt gestut om verder verval te voorkomen. Diverse huizen kun je nog in, het meubilair van de vroegere bewoners staat er nog, alles bedekt onder een dikke laag stof. In een aantal winkels staat de koopwaar nog gewoon in de schappen. Ook vindt je verspreid over de site nog diverse grotendeels vergane auto's. Zeer boeiend om hier eens doorheen te lopen. Na zo'n 1.5 uur zijn we weer terug gegaan over de dezelfde hobbelige weg. Ons eerste doel daarna was een benzinepomp want de meter stond al verraderlijk dicht bij de 'E' van 'Empty'. We hebben gegokt dat we Lee Vining wel moesten kunnen halen want die kant moesten we op voor onze volgende doel: Mono Lake. We hebben het gehaald. Tegenover de pomp bleek een visitor info te zitten, daar hebben we nagevraagd hoe we bij de tufa's moesten komen. Ze hadden daar ook een paar internet PC's staan dus konden we onze e-mail checken en tevens weer een upload doen van ons reisverhaal. Bij het restaurant naast de visitor info hebben we wat gegeten, direct maar het diner, dan eten we vanavond in de camper wel een brood. Vervolgens naar de zuidkant van Mono Lake gereden via Hwy 120 waar de tufa's staan. Tufa's in Mono Lake Tufa's zijn torenachtige formaties die bestaan uit spitsen en knobbels. Deze worden gevormd wanneer zoetwater bronnen die calcium bevatten omhoog bubbelen door het carbonaat rijke water van het meer. De combinatie van deze wateren vormt calciumcarbonaat, een witachtige kalksteenafzetting die de basis vormt van de tufa toren. Het is een bizar gezicht om deze torens te zien staan. Deze tufa's kunnen dus alleen onder water ontstaan, maar er zijn er heel veel op het land te vinden omdat het niveau van het water in het meer de afgelopen jaren enorm is gedaald. In Mono Lake stromen diverse stromen en er gaat er geen een uit.Close-up van een tufa Heel veel water van de stromen die uitkomen in het meer wordt afgetapt voor de watervoorziening van Los Angeles. Het niveau van het water is dus gedaald omdat er minder instroomde dan de hoeveelheid water die verdampte. Bij het meer zitten ook enorm veel Alkalivliegjes. Deze zitten meestal vlak bij het water, het lijkt in eerste instantie een soort vervuiling, maar als je er dichter bij komt vliegen ze allemaal weg. Ciska was een beetje bang van zo'n enorme hoeveelheid vliegjes rondom haar benen, maar ze doen verder niets. Na een trail langs diverse tufa's te hebben gelopen zijn we weer vertrokken, op zoek naar een overnachtings plaats. We gaan niet richting Death Valley, daar mogen we niet heen van Cruise America omdat het er nog te heet is. Dus gaan we nu op naar Zion NP in Utah, maar dat is nog een heel eind weg.

Dwars door Nevada naar Utah

Via Hwy 120 zijn we verder gereden naar de plaats Benton. Daar was wel een RV park, maar dat zag er zo verwaarloosd uit dat we maar door gereden zijn op US Hwy 6 richting Nevada. We zullen wel zien of dan verder nog plaatsen met een RV park tegen komen. Maar erg veel plaatsen zijn er niet langs deze weg. Eerst gaat de weg nog door bergachtig terrein, maar daarna wordt het vlakker en krijg je van die eindeloos lange rechte wegen waar je maar zelden ander verkeer tegenkomt. De eerstvolgende plaats op de kaart was Coaldale, ook in werkelijkheid de eerstvolgende plaats die we tegenkwamen. Nou ja, plaats. Dat is een iets te groot woord voor een paar huizen en een benzinepomp. Alles overigens geheel verlaten, van alle gebouwen waren de ruiten kapot. Dan maar weer verder over Hwy 6 naar Tonopah wat de eerst volgende plaats is na 41 mijl over wederom kaarsrechte wegen. De cruisecontrol van de camper kunnen we hier voor het eerst echt gebruiken, ideaal voor dit soort wegen. Tonopah is wel een iets grotere plaats. In het Woodalls campingboek had Hilleke een RV park bij een hotel gevonden. Het was wel het meest onaantrekkelijke park waar we hebben gestaan. Het park bestaat uit een aantal plaatsen achter een hotel, wel met full-hookup trouwens. Maar we hadden geen zin om nog verder te zoeken naar iets anders, het was al bijna donker en Arjan had al zo'n 3 uur achter elkaar gereden. De volgende ochtend na het ontbijt, kleine pannekoekjes, hebben we eerst bij de supermarkt om de hoek wat boodschappen gedaan. Het postkantoor was onze volgende bestemming, we moeten nog steeds postzegels voor de kaarten die we willen versturen, de meeste hebben we al geschreven. Nu nog postzegels er op en dan kunnen ze op de bus. Vervolgens ook nog een keer de tank volgegooid voor wel $71,=, maar hij is dan nu ook helemaal tot de rand gevuld. Vanuit Tonopah zijn we verder gereden over Hwy 6. Een eentonige lange rechte weg, zo af en toe kom je eens een andere auto tegen maar verder is het volledig uitgestorven. Extra Terrestrial Highway Ufo bij de Little Ale Inn in Rachel, Nevada Bij de kruising met Hwy 375 hebben we die genomen, deze weg wordt ook wel de Extra Terrestrial Highway genoemd omdat de weg langs top geheim militair gebied loopt (Area 51) en men vermoedt dat daar resten van buitenaardse materialen / levensvormen zijn opgeslagen. Ook zijn de meeste UFO meldingen in deze buurt gedaan. Ook de Hwy 375 is weer zo'n lange, eenzame, saaie weg. De wegen hier zijn zo lang en eenzaam dat de meeste berijders zich waarschijnlijk vervelen. Dit blijkt uit het feit dat als er een bord langs de weg staat deze vol zit met kogelgaten. Ciska bij aliens in de Little Ale Inn in Rachel Verder is hier namelijk helemaal niets. In de plaats Rachel, de enige plaats van betekenis langs deze weg met wel 82 inwoners, zijn we gestopt voor de lunch bij de Little Ale Inn. Hier is alles gewijd aan aliens en er zijn ook heel veel souvenirs te koop die met UFO's etc. te maken hebben. Vanuit Rachel zijn we doorgereden naar Caliente via Hwy 93. Hier wilden we overnachten op een RV park, maar toen we zagen dat er een spoorlijn liep zijn we doorgereden. We hebben al eerder in de buurt van een spoorlijn overnacht en als er 's nachts zo'n enorm lange goederentrein langs komt kruipen lig je 10 minuten lang in je bed te schudden. Cathedral Gorge State Park We zijn verder gereden op de 93 richting Panaca, daar vonden we een camping in het Cathedral Gorge State Park. Na lange tijd weer eens een rustige camping met alle ruimte om je heen in plaats van zij aan zij op een RV park. Alleen hier dan weer geen voorzieningen als water en elektriciteit, dus we moeten het weer doen met de accu. Hetgeen betekent dat we het rustig aan moeten met het elektriciteits verbruik. Niet te veel lampen aan etc. Anders begint het koolmonoxyde alarm weer irritant te piepen omdat hij te weinig spanning heeft en we kunnen hem niet uitzetten. Dat heeft Arjan al eerder geprobeerd, maar de enige mogelijkheid is om hem van de muur te schroeven en dan één van de voedingsdraden door knippen.
De volgende morgen pas rond half negen opgestaan. De lucht vandaag was tamelijk bewolkt, alleen zo hier en daar was wat blauws te zien. Vanuit Cathedral Gorge State Park zijn we eerst terug naar Panaca gereden en vandaar richting Utah, richting Cedar City. Alhoewel de weg ook hier vaak eentonig lang en recht is, is de omgeving een stuk mooier. In Nevada was het hoofdzakelijk een dorre woestijn waar we doorheen reden, hier in Utah is nog wel wat groens te bekennen. Des te verder we Utah in reden, des te groener het werd. In Cedar City zijn we gestopt om wat te eten en te drinken want we hadden vanochtend nog niet ontbeten. Hier hebben we ook de tank weer volgegooid. De prijs is hier weer wat lager, in de buurt van parken is de prijs beduidend hoger. Ruim 33 gallon getankt voor $50,=. Sinds de vorige tankbeurt gisteren ongeveer 300 mijl gereden dus de camper rijdt ongeveer 1 op 9 (mijlen per gallon, is ±1 liter op 4 kilometer). De benzineprijs verschilt hier enorm, zelfs bij pompen tegenover elkaar aan dezelfde weg. Het meest extreme verschil was 30 dollarcent per gallon. En dan zie je nog steeds mensen bij de duurdere pomp tanken, alhoewel je bij de goedkopere wel iets langer op je beurt moet wachten. Als je moet tanken loont het zeker de moeite om even door een plaats heen te rijden op zoek naar de goedkoopste. Zeker als je met een camper zo'n 30 tot 40 gallon moet tanken. Vanuit Cedar City zijn we vervolgens via Interstate 15 naar het zuiden gereden en via Hwy 17 en 9 naar Zion NP gegaan.

Zion National Park

Onderweg hadden we al wat regen gehad en toen we het park in reden regende het behoorlijk. Eenmaal op de camping aangekomen zijn we eerst naar het visitor center gelopen. We wilden nog een korte trail lopen deze middag, maar gezien de regen die zo nu en dan toch behoorlijk hard naar beneden komt zien we daar voor vandaag maar vanaf. We zullen morgen wel zien, dan is de kans op regen aanzienlijk minder dan vandaag. Vanaf het visitor center zijn we wel alvast met de shuttle bus het park ingegaan. Bij de eerste stop er uit om het museum te bekijken. Het is vrij klein en het verhaalt over de vroegere bewoners en de mensen die in het begin van de vorige eeuw het park hebben 'ontdekt'. Vervolgens zijn we met de shuttle naar het eindpunt gereden. Als het weer het toeliet wilden we nog de kort Riverside trail lopen. Zion National Park Maar het goot aldaar dus we zijn direct weer terug gegaan naar de camping. Onderweg zagen we nog een aantal klimmers die de steile rotswanden aan het beklimmen waren. Dat lijkt me geen pretje met die stortbuien. Datgene wat we van het park kunnen zien vanuit de bus is al behoorlijk indrukwekkend. Hoge steile rotsen. Hopelijk kunnen we er morgen meer van zien als we één of twee van die trails gaan lopen. Terug op de camping zijn we na het eten nog naar een dia voorstelling over het park geweest. Hierbij werden dia's vertoond van onder andere de trails die er zijn in het park, maar ook over de aanleg van de tunnel die Zion NP verbindt met Bryce Canyon NP. We gaan morgen ook door deze tunnel als we richting Bryce gaan. We moesten hiervoor vandaag bij de ingang van het park al $10,= escort fee betalen omdat we als RV een oversized vehicle zijn. De tunnel is zo smal en laag dat twee RV's elkaar niet kunnen passeren. Als er dus een RV door de tunnel wil, wordt de tunnel tijdelijk éénrichtingsverkeer zodat de grote campers alleen in het midden van de weg kunnen rijden. Zion National Park
Toen we de volgende morgen opstonden regende het weer. Het had dus weinig zin om nog een trail te gaan lopen in de stromende regen. De mensen van het park waren wel blij met de regen omdat ze een erg droge zomer achter de rug hadden, maar voor ons als toeristen was het minder. We besloten dan maar om direct naar Bryce Canyon NP te rijden. Na het ontbijt zijn we eerst de afval water tanks gaan legen en de schoon water tank hebben we gevuld. Daarna zijn we naar het visitor center gegaan om te vragen hoe de weersomstandigheden waren in Bryce. Het bleek dat er vanaf 7000 voet (2 km) sneeuw lag, maar de wegen komen niet boven de 6000 voet, dus dat zou geen probleem mogen zijn. Toen we weer klaar waren in het bezoekers centrum hebben we nog naar Nederland gebeld. Maar in de tijd dat we aan het bellen waren was de lucht gaan opklaren, het was opgehouden met regenen en er was zowaar zo hier en daar blauwe lucht te bekennen. We hebben toen alsnog besloten om met de shuttle bus de vallei in te rijden, dan zien we wel of we nog wat gaan lopen. Des te verder we reden, des te beter werd het weer, de toppen van de rotsen kwamen uit de wolken en de zon liet zich steeds meer zien. Bij de laatste halte zijn we uitgestapt en hebben toen nog de Riverside Walk gelopen, een wandeling van heen en terug zo'n 2 mijl. Doordat het zoveel geregend had gisteren en vannacht waren er overal watervallen ontstaan die er normaal niet zijn. Hangende tuinen in Zion National Park Na de wandeling zijn we met de shuttle terug gereden, de lucht begon inmiddels al wel weer te betrekken. Bij de Zion Lodge zijn we uitgestapt om wat te eten. We konden zowaar buiten op het terras zitten. Tijdens het eten begon het wel weer wat te spetteren, maar dat was snel weer voorbij. Daarna terug met de bus naar het visitor center om de camper op te halen om vandaar te vertrekken. Inmiddels was het weer begonnen te regenen en zaten de toppen van de rotsen weer in de wolken, we hebben wel geluk gehad met die 2 uur zonneschijn. Na de ansicht kaarten op de post te hebben gedaan zijn we vertrokken. Het eerste stuk gaat behoorlijk omhoog met veel haarspeldbochten. Daarna komt de beroemde tunnel. Aan beide zijden van de tunnel staan rangers die middels een portofoon contact hebben met elkaar. Aan de andere zijde van de tunnel werd alle verkeer tegengehouden en wij moesten wachten tot alle verkeer uit de andere richting uit de tunnel was. Daarna konden wij alleen door de tunnel, we moesten in het midden rijden omdat de tunnel aan de zijkanten te laag is voor onze hoge camper (3m60). Aan het andere einde van de tunnel scheen de zon weer volop, we zijn nog en paar keer gestopt om wat video- en foto opnames te maken. Op een bepaald moment kwam ons een andere camper tegemoet waar sneeuw op zat, wij hadden nog geen sneeuw gezien en ook geen andere auto's met sneeuw. Even later zagen we echter wel sneeuw aan de kant van de weg liggen en even verder ook op de weg. Die sneeuw lag er pas. Maar zo snel als de sneeuw was gekomen was die ook weer verdwenen, het was slechts over een afstand van een paar honderd meter. Deze situatie hebben we wel een aantal maal meegemaakt onderweg. Via Hwy 89 zijn we naar het noorden gereden, deze weg was nog helemaal droog, hier had het dus nog helemaal niet geregend of gesneeuwd. Maar de lucht begon al wel te betrekken en als snel begon het ook hier te druppelen. Rechts van ons zagen we de rotsen van de canyon al liggen, bedekt met sneeuw en door de zon beschenen, een werkelijk schitterend gezicht. Eerst reden we over Hwy 12 nog door de Red Canyon met werkelijk vuurrode rotsen, nog roder dan die in Zion.